Brilafwijking

Lichtstralen of beelden worden op het netvlies geprojecteerd via de hoornvlies en de lens. Het hoornvlies en de lens zijn samen verantwoordelijk voor de breking van de lichtstralen. Om goed te kunnen zien moeten de lichtstralen precies op de juiste plek op het netvlies samenvallen ( emmetropie ).
Bij een brilafwijking, ofwel refractieafwijking is er een afwijkende vorm (brekingsafwijking) van het oog.

Vormen van brilafwijkingen:

  • Hypermetropie, ook wel verziendheid genoemd ( plusglazen ):
Het oog is te kort waardoor het beeld achter het netvlies valt. Kinderen zijn in staat om hypermetropie tot een bepaalde sterkte te compenseren. In de verte kunnen kinderen nog goed zien, maar moeten zich dichtbij meer inspannen. Bij een te hoge hypermetropie kunnen er klachten ontstaan, bijvoorbeeld scheelzien, leesproblemen en hoofdpijn.
  • Myopie, ook wel bijziendheid genoemd ( minglazen ):
Het oog is te lang waardoor het beeld voor het netvlies valt. Bijzienden zien slechter in de verte dan dichtbij. Er kunnen afhankelijk van de sterkte ook klachten dichtbij ontstaan. Vaak gaan mensen met myopie dicht op de televisie zitten, of zien het digibord of verkeersborden niet meer zo goed.
  • Astigmatisme, ook wel cylinderafwijking:
 Als een oog niet mooi rond is maar ovaal gevormd is, dan is er sprake van astigmatisme of cylinderafwijking. De breking van lichtstralen is in de ene richting anders dan in de andere richting.
  • Anisometropie, bij anisometropie is sprake van een verschil in brekingsafwijking tussen beide ogen. Bij deze afwijking is er grote kans op een lui oog omdat de hersenen twee verschillende beelden ontvangen.
  • Prisma:
Wanneer de ogen niet goed samenwerken is het soms mogelijk om een prismaglas aan te meten. Een prisma zorgt ervoor dat het beeld voor ( één van ) beide ogen op het netvlies iets wordt verplaatst, naar de juiste plaats.

Voor meer informatie, zie: www.orthoptisten.info

Bril meten kinderen

behandeling3-kinderen-orthoptie-purmerend